– Artikel van Food & Agri business-
Meer veldbonen en lupine zaaien, insecten kweken of zeewier telen: provincies zien kansen in de eiwittransitie. Ze financieren en verbinden partijen die ketenprojecten tot een succes moeten maken. Het vinden van een goed verdienmodel is vaak een zoektocht. Ook in het overtuigen van de consument van een plantaardig dieet is nog werk aan de winkel.
Meer eiwitten van eigen bodem produceren en ontwikkelen. Provincies maken werk van dit doel uit de Nationale Eiwitstrategie, die twee jaar geleden is geïntroduceerd. Ze hebben daarbij elk een andere aanpak. Vaak hebben ze een eigen eiwitstrategie, soms ook niet. Een enkele provincie wacht tot het bedrijfsleven met plannen komt. Provincies zien voor de eiwittransitie kansen in peulvruchten, biotechnologie, aquacultuur, insectenteelt of combinaties daarvan.
Zuid-Holland: biotechnologie
In Zuid-Holland staat de eiwitstrategie hoog op de agenda, vertelt Nikos van Aelst, senior beleidsmedewerker Kennis & Innovatie bij de provincie. Hij heeft een tijdje geleden met collega’s de laatste hand gelegd aan een werkplan Eiwitstrategie. Een van de belangrijkste thema’s daarin is om biotechnologie op gebied van eiwitproductie te bevorderen. “Voor grootschalig veldbonen of lupine telen hebben we geen ruimte, het is hier vechten om vierkante meters”, legt Van Aelst uit. “Daarom zoeken we het in de biotechnologie.”
Uitvalsbasis daarvoor is de Biotech Campus in Delft, waar Planet B.io is gevestigd: een organisatie die start-ups een werkplek biedt en de kennis en faciliteiten om te groeien. Innovatieve bedrijven als Meatable, producent van kweekvlees en Deep Branch, dat CO2 omzet naar eiwitten, zijn hier te vinden. Planet B.io kwam tot stand door een samenwerking tussen overheid en bedrijfsleven.
De belangstelling voor een plek op de campus is groot, zegt Van Aelst. “In korte tijd hebben veel bedrijven zich aangesloten. Dat is mooi om te zien, want we hebben hard moeten rennen om een campus van de grond te krijgen. We hebben nu een basis en kunnen plannen verder uitrollen.”
Partijen koppelen en projecten steunen
De rol van de provincie Zuid-Holland in de eiwittransitie is dat ze bedrijven en kennisinstellingen koppelt en projecten steunt, zegt Van Aelst. Zo zijn er subsidies voor bedrijven die zich op de campus willen vestigen of financiering nodig hebben voor testen.
Een taak van de provincie is ook om zaken te agenderen, vindt hij. Als voorbeeld noemt hij kweekvlees. “In de EU mag je geen kweekvlees eten, terwijl in Singapore kweekvlees wel verkrijgbaar is. Wij proberen dat binnen onze netwerken op de agenda te zetten.”
We zouden als provincie onze inkoopkracht gebruiken, door bijvoorbeeld in het bedrijfsrestaurant een Eiwitdag te houden met insectenburgers op het menu
De beleidsmedewerker vindt dat het draagvlak in de provincie voor eiwittransitie groot is, zeker gezien het aantal start-ups dat zich heeft gemeld. De consument zal nog wel moeten wennen, denkt hij. “Ook daarin kun je als provincie een rol spelen. Ik zou me kunnen voorstellen dat we als provincie onze inkoopkracht gebruiken, door bijvoorbeeld in het bedrijfsrestaurant van de provincie een Eiwitdag te houden met insectenburgers op het menu.”
Zeeland: eiwitten van zee en land
Buurprovincie Zeeland werkt onder het motto ‘Duurzame eiwitten van land en zee op je bord’ aan de eiwittransitie.
Aanjager is FoodDelta Zeeland, een netwerkbureau dat innovatie steunt op allerlei gebieden in de provincie en daarmee ook de eiwittransitie.
Daarvoor is een stuurgroep opgezet met vertegenwoordigers van bedrijven, overheden en kennisinstellingen, die projecten van de grond gaat tillen.
Op gebied van eiwitten uit zeewier is nog veel in ontwikkeling in Zeeland.
Het samenwerkingsverband heeft de naam Protein Delta Zeeland gekregen. “We hebben als delta het voordeel dat we ons zowel op de teelt van eiwitrijke gewassen, dus op land, kunnen richten als op de aquacultuur”, legt directeur van FoodDelta Johan Dourleijn uit.
In de praktijk betekent dit bijvoorbeeld investeringen in projecten met veldbonenteelt bij telers en in de afzet van deze bonen. Onder meer Meatless, producent van plantaardige ingrediënten voor de voedselindustrie, is hierbij betrokken. Bij aquacultuur draait het in Zeeland om mosselen, zeewier en viskweek. Uit algen en zeewier zijn eiwitten te extraheren. Op dit terrein is nog veel in de ontwikkelingsfase, zegt Dourleijn. Het is een zoektocht naar een verdienmodel met verschillende ketenpartijen.
De provincie investeert in bijvoorbeeld het opzetten van een uitvoeringsprogramma, maar van deelnemers verwachten we ook investeringen
Dourleijn vindt dat de provincie het thema serieus oppakt. Er zijn voldoende financiële middelen beschikbaar en aansluiting bij de Green Deal Eiwitrijke Gewassen laat zien dat Zeeland werk wil maken van eiwitproductie. Ook bij de betrokken partijen is de animo groot om er een succes van te maken, ziet de directeur van FoodDelta.
Dat geldt ook voor financiering. Dourleijn: “De provincie investeert in bijvoorbeeld het opzetten van een uitvoeringsprogramma, maar van deelnemers verwachten we ook investeringen. Verder zoeken we bij elk project of daar landelijk, provinciaal of Europees subsidies voor beschikbaar zijn. En uiteindelijk moeten projecten zichzelf terugverdienen.” De financiering is vaak nog een belemmering om snel concreet met projecten aan de gang te kunnen gaan, zegt de directeur van FoodDelta.
Limburg: zet in op insectenkweek
ProvinciLimburg wil bekendheid krijgen als middelpunt van de insectenkweek. De provincie trekt € 900.000 om de eiwittransitie te ondersteunen en op gang te brengen met onder meer insectenteelt, meldt een woordvoerder. Op voormalig Floriadeterrein in Venlo is hiervoor Insect Valley opgezet.
Op de Brightlands Campus die daar is gevestigd, komen insectenkwekers, stallenbouwers, voerproducenten, automatiseerders, retailers en cateraars bij elkaar. Ook zijn er onderzoeksfaciliteiten. Verder is er een Insect School opgericht, waar insectentelers het vak kunnen leren. De teelt richt zich vooralsnog vooral op verwerking van insecteneiwitten in diervoeding.
Overijssel: meer lokale peulvruchten
Veel provincies zetten in op de teelt van eiwitrijke gewassen om de productie van plantaardig eiwit te vergroten. Een daarvan is Overijssel. “Dat is enerzijds omdat we een sterke verwerkende sector hebben op dit gebied, met bedrijven als Vivera en Bobeldijk.
Daarnaast hebben we een sterke landbouw, die ook verweven is met natuur en landschap”, zegt Erik Koldewey, ketenregisseur Agro&Food bij de provincie. “We willen kijken of we voor de verwerkers meer lokale grondstoffen kunnen telen, zodat die niet van ver weg hoeven te komen of soja uit Zuid-Amerika kunnen vervangen. Daarbij moet er voor de boer een goed verdienmodel aan hangen.”
We willen kijken of we voor de verwerkers meer lokale grondstoffen kunnen telen, zodat die niet van ver weg hoeven te komen
De provincie heeft een Versnellingsprogramma teelt eiwitrijke gewassen opgezet. Vanuit het versnellingsprogramma is dit jaar ongeveer 50 hectare eiwitrijke peulvruchten bij verschillende agrarische bedrijven ondersteund. Het gaat daarbij om veldbonen, lupine en sojabonen. In 2023 moet dit gegroeid zijn naar 100 hectare in balans met meer afzet.
Dat is een concreet doel, maar net als Zuid-Holland en Zeeland vindt ook provincie Overijssel haar rol vooral ondersteunend en verbindend. Het is het bedrijfsleven dat tot resultaten moet komen, met producten die meerwaarde bieden. Daar zijn naast telers ook bedrijven als LekkerLupine, de Nieuwe Melkboer en Agrifirm bij betrokken.
Telers krijgen transitievergoeding
Veel provincies zetten in op de teelt van eiwitrijke gewassen zoals veldbonen om de productie van plantaardig eiwit te vergroten. – Foto: Mark Pasveer
Ook in Overijssel is het een zoektocht om tot verwaarding in de keten te komen, zegt de ketenregisseur. Zo hebben verwerkers grote volumes hoogwaardige eiwitten nodig, terwijl die teelt voor boeren eigenlijk saldotechnisch niet uit kan.
De provincie werkt daarom met een telersvergoeding van € 600 per hectare. Koldewey: “Dat is een transitievergoeding, bedoeld als opstart. Boeren moeten kennis opdoen over de teelt en die inpassen in het bouwplan.”
De verwerkende industrie kan op dit gebied ook bijdragen aan de oplossing, stelt Koldewey. “De verwerkende bedrijven zijn gericht op de wereldmarkt, kopen internationaal in en denken efficiënt.
Het zou mooi zijn als die blik wat breder wordt, dat de hele keten zich ervan bewust is dat meer lokale teelt ook andere voordelen heeft, zoals het stimuleren van de lokale economie, een biodivers landschap en werkgelegenheid.”
Samenwerken of afwachten
Provincies werken ook samen in de eiwittransitie. Overijssel en Gelderlander richtten al in 2017 The Protein Community op, samen met FoodValley en OostNL. Doel daarvan is innovatie en groei te bewerkstelligen tussen de aangesloten partijen. Veel start-ups maar ook gevestigde bedrijven zoals Cosun, Unilever en DSM doen mee. Inmiddels hebben ook Zeeland, Noord-Holland, Noord-Brabant, Groningen en Flevoland zich aangesloten. Van alle provincies hebben zich er ook negen aangesloten bij de Green Deal Eiwitrijke Gewassen.
Sommige provincies kiezen ervoor om geen eigen eiwitstrategie te lanceren, maar volgen de ontwikkelingen en haken in op initiatieven vanuit ondernemers. Utrecht richt de blik vooral op een plantaardiger eetpatroon voor inwoners, onder meer door in zorginstellingen en scholen plantaardiger voedsel te serveren. Een eiwitstrategie ziet de provincie meer als taak voor de landelijke overheid.
Friesland: geen eiwitstrategie
In Friesland is er geen eiwitstrategie, omdat deze transitie overlapt met doelen op het gebied van kringlooplandbouw en grondgebonden landbouw, legt strategisch adviseur landbouw- en voedselproductie Ingrid van Huizen uit. “We houden uiteraard wel de ontwikkelingen rond de eiwittransitie in de gaten.
We volgen bijvoorbeeld wat er gebeurt rond de Bean Deal. En het project Fascinating in Groningen heeft onze aandacht, omdat het daarbij gaat om bedrijven die hier in het hoge noorden actief zijn. Als er ondernemers zijn die ideeën hebben voor innovatieve projecten rond eiwitproductie, dan zullen we die ondersteunen.”
Bean Deal: grootschalige aanpak helpt provincies
Negen provincies tekenden in juli 2022 de Green Deal Eiwitrijke Gewassen, oftewel de Bean Deal. Doel is om Nederland de komende vijf tot tien jaar meer zelfvoorzienend te maken in nieuwe en plantaardige eiwitten, samenwerkingen hierin te stimuleren en een verdienmodel voor ondernemers te creëren.
De provincies Drenthe, Flevoland, Gelderland, Groningen, Limburg, Noord-Brabant, Noord-Holland, Overijssel en Zeeland ondertekenden de deal. Voor de overige provincies geldt dat ze bijvoorbeeld onvoldoende ruimte hebben voor grootschalige teelt van eiwitrijke gewassen (zoals Zuid-Holland) of de eiwittransitie anders willen aanvliegen (Friesland).
Voor provincies is de grootschaligheid van de deal een voordeel, zegt ketenregisseur Erik Koldewey van de provincie Overijssel. “Het zou goed zijn als vanuit de Green Deal grote onderzoeksprogramma’s op gang komen die je als provincie zelf niet zou kunnen realiseren, en die als vliegwiel werken voor de transitie.”
De deal maakt bovendien dat provincies makkelijker afspraken kunnen maken met bijvoorbeeld bedrijven en kennisinstellingen over gezamenlijk ketenprojecten.
0 reacties